Dat hooi in het basisrantsoen van je paard hoort, weet je natuurlijk. Maar waar we ons vaak minder bewust van zijn is hoe je de juiste keuze maakt voor kwalitatief goed hooi. Want hooi is niet zomaar hooi. Daarom nemen we je graag mee in de verschillende soorten hooi, hun voor- en nadelen, en wat hooi überhaupt is (en wat niet). Kortom: hoe kies je goed hooi voor je paard?
De hamvraag: wat is hooi?
Hooi is gedroogd gras dat voornamelijk wordt geoogst in de zomermaanden, wanneer de grasgroei op zijn hoogtepunt is. Nadat het gras is gemaaid, wordt het in de zon gedroogd, vervolgens verzameld en opgeslagen als wintervoer voor dieren. Het droogproces is essentieel omdat het de voedingsstoffen in het gras conserveert en ervoor zorgt dat het hooi lang houdbaar is zonder te bederven. Dankzij hooi kunnen we paarden (en ander vee) jaarrond voorzien van voldoende ruwvoer. Naast hooi mag je trouwens ook gras, takken en bladeren rekenen tot ruwvoer. Ruwvoer zorgt voor maar liefst 80% van het dieet van je paard. Als je je daarbij bedenkt dat we in Nederland gedurende de herfst en winter (en vaak jaarrond) hooi aanbieden aan onze paarden, dan kan je je voorstellen hoe groot de invloed van hooi is op de gezondheid van je paard.
Voordroog en kuil zijn geen hooi
In de praktijk zien we echter dat ook andere ruwvoeders, zoals voordroog en kuil, vaak ‘hooi’ genoemd worden. Dat is onjuist. Hooi is de droge, in touwtjes verpakte variant, terwijl de andere twee ruwvoeders luchtdicht verpakt worden. Hooi, kuil en voordroog worden namelijk op verschillende wijzen geoogst.
- Hooi droogt het langst, zo tussen de 5 en 7 dagen. Daardoor is hooi droog en sla je het binnen (overdekt) op. Technisch gezien spreken we bij hooi van een droge stof (ds) van 80-90%.
- Voordroog droogt korter (zo’n 4 dagen) en gaat daarna een fermentatieproces in, waarna het luchtdicht verpakt wordt. De drogestof bij voordroog is zo’n 70%. Voordroog wordt vaak ‘paardenkuil’ genoemd. Vervelend, want voordroog is ongeschikt voor paarden én is geen kuil.
- Kuil is namelijk de meest vochtige variant ruwvoeders. De drogestof betreft 40%.
Naast het gehalte drogestof (waarmee je de feitelijke ruwvoer hoeveelheid van je paard bepaalt), verschillen de varianten ook op zuurtegraad én op grassamenstelling. De zuurtegraad van kuil en voordroog is voor paarden veel te hoog, waarmee deze ruwvoeders niet dienend zijn aan het microbioom van het paard.
De grassamenstelling van deze twee is ook niet optimaal te noemen voor je paard. Er wordt immers gekweekt en geoogst op productiebelangen (bijvoorbeeld om zoveel mogelijk melkproductie te realiseren bij melkvee), waardoor je met name fructaan- en eiwitrijk Engels raaigras aantreft. Veel te rijk voor het gezonde paard.
Kortom: enkel hooi, ‘die van die touwtjes’, is de juiste ruwvoerkeuze voor je paard.
Welke (voedings)waarde biedt hooi idealiter voor je paard?
Voor het paard dient hooi vooral als leverancier van vezels, wat essentieel is voor een gezonde spijsvertering. Paarden hebben een relatief klein maag-darmkanaal en hun spijsverteringsstelsel is ontworpen om continu kleine hoeveelheden ruwvoer te verwerken. Hooi zorgt ervoor dat de darmen constant in beweging blijven, wat koliek en andere spijsverteringsproblemen helpt voorkomen. Bovendien biedt hooi essentiële voedingsstoffen zoals eiwitten, mineralen en vitaminen die bijdragen aan de algehele gezondheid van je paard. Paarden hebben daarom baat bij vezelrijk, maar voedingsarm hooi. Bij voorkeur wat grofstengelig van structuur, omdat dat een lagere voedingswaarde biedt. Fijner, korter en dunner hooi daarentegen, zit vaak hoger in voedingswaarde en is daarmee al gauw te (suiker)rijk voor je paard. Daarbij moet je natuurlijk ook voldoende hooi aanbieden om te komen tot de juiste voedingswaarde.
Grofweg wordt hooi, naast op drogestof gehalte, geanalyseerd op 3 zaken*:
- Energie (EWPa): een waarde van 0,63 gr/kg droge stof wordt gezien als ideaal in gemiddeld hooi. Een maximum van 0,75 gr/kg droge stof wordt bij middelgrof hooi oke bevonden.
- Eiwit (VRep): in de basis is een waarde van 60 gr/kg droge stof een mooie eiwitwaarde voor je paard. Vraagt je paard wat meer (training, zogende merries), dan kan je oprekken naar 92 gr/kg droge stof.
- Suiker: suiker is voor (jeuk)gevoelige paarden vaak de absolute red flag. Bij hooi wordt gesteld dat deze ideaal op maximaal 10% ligt. Echter, bij gevoelige paarden wil je deze waarde zo laag mogelijk (4 a 5%). De zoektocht naar extreem suikerarm hooi is echter lastig. Hoe grover, bruiner het hooi, hoe lager de suikerwaarde over het algemeen (en ja, mogelijk vinden ze dat minder smakelijk).
De (on)zin van een ruwvoeranalyse
Een ruwvoeranalyse wijst uit hoe jouw hooi ervoor staat. Verzeker je er echter van dat de analyse correct verloopt: bij iedere oogst, van meerdere balen en van zowel binnen- als buitenzijde van het hooi moet een sample worden genomen. In de praktijk blijken te veel (hooi)leveranciers een standaard analyse op te geven, danwel een analyse van slechts 1 sample aan te leveren. Daarmee is de analyse onvoldoende representatief. Bij twijfel doe je er goed aan om navraag te doen, of zelf een analyse uit te laten voeren via bijvoorbeeld PAVO of VitalBix.
Welk hooi moet ik nou kiezen?
Tot slot zijn er ook nog eens verschillende hooisoorten op de markt. Steeds vaker zien we exotische vormen als ‘Duits kruidenhooi’ of ‘graszaadhooi’ voorbij komen, naast het bekende ‘weidehooi’. In een notendop:
- Weidehooi: Weidehooi is gemaakt van gras dat afkomstig is van een … weide en bevat meestal een natuurlijke mix van verschillende gras- en kruidensoorten. Dit type hooi is vaak rijk aan vezels en geschikt voor de meeste paarden, omdat het vaak voldoende vezelrijk is. De oogst kan echter wel behoorlijk verschillen in waarde en variëteit.
- Kruidenhooi: Kruidenhooi (ook wel ‘Eifel hooi’ genoemd) bestaat uit een mengsel van gras en verschillende kruiden zoals klaver, paardenbloem en weegbree. Dit type hooi is rijk aan diversiteit, wat bijdraagt aan een breder scala aan voedingsstoffen. Bevat verschillende kruiden die gezondheidsvoordelen kunnen bieden, maar kan helaas sterk variëren in voedingswaarde afhankelijk van de kruidenmix. Daarbij is kruidenhooi niet altijd geschikt voor paarden met allergieën of gevoelige spijsvertering, omdat de suikerwaardes vaak hoger zijn. Dit komt doordat dit hooi vanuit natuurbeheer geproduceerd wordt en daardoor op schrale gronden beheerd wordt. Daardoor wordt ook niet bemest of gespoten, waardoor kruidenhooi soms ook giftige kruiden (zoals Jacobskruiskruid) kan bevatten helaas.
- Graszaadhooi: graszaadhooi (ook wel ‘dorshooi’) is een bijproduct van graszaadteelt. Na het oogsten van het graszaad blijft het gras over, wat vervolgens wordt gedroogd en als hooi wordt gebruikt. Dit hooi bevat maar één grassoort. Daardoor weliswaar consistent in kwaliteit en voedingswaarde en een lagere energetische waarde, maar te arm voor langdurig of enkel gebruik. Eigenlijk alleen geschikt om – naast vitamine aanvulling – in te zetten voor suikergevoelige paarden, of paarden met overgewicht. Let er op dat graszaadhooi lolitrem kan bevatten; een stof die raaigraskrampen en daarmee ernstige neurologische problemen kan geven (met mogelijk de dood tot gevolg). Vraag bij graszaadhooi dus altijd na of dit lolitrem vrij is.
Samengevat
Het kiezen van het juiste hooi voor je paard is cruciaal voor hun gezondheid en welzijn. Of je nu kiest voor kruidenhooi, weidehooi of graszaadhooi, het is belangrijk om te letten op de kwaliteit en samenstelling. Vermijd het voeren van kuilvoer of voordroog aan je paard vanwege de risico’s die het met zich meebrengt. Zorg ervoor dat je altijd goed geïnformeerd bent en overweeg de specifieke behoeften van je paard bij het maken van je keuze. Onthoud dat maar liefst 80% van zijn voeding uit ruwvoer bestaat; de grootste gezondheidswinst is dan ook vaak in hooi te vinden.
* Bron: CVB Tabellenboek 2016



